donderdag 1 september 2011

Maggi Momenten

Op een helder Maggi-moment temidden Dakar kwamen we tot de vaststelling dat er ons niets anders opzat dan door te reizen. Dus smeerden we onze gehavende kettingen opnieuw in en reden door de gietende regen naar de gare routiere om daar de taxi te nemen naar de grens met Gambia. Te lui om te fietsen, zeker. Dat behoeft geen excuus. Maar vooral ook de zin om ergens snel te geraken. Daarvoor hadden we al gehoord achter eventuele bootverbindingen, maar onder 2 300 000 CFA en een privejacht later zouden we nooit daar geraken.
Dan maar de velocipedes strak vastgesnoerd boven op de camionette en na veel vijven en zessen (en nog meer zevens) gezwind maar goed opeengepakt vertrokken richting The Gambia. En misschien maar goed ook dat we in de auto zaten, want in vol regenseizoen op een 'licht gehavende' en zeer druk bereden weg zitten, is niet echt een aanrader. Eigenlijk in de auto ook niet. Maar bon, op de een of andere manier, vreemd genoeg zonder ongeval, hebben we het toch gehaald (lees: overleefd).
Laat op de avond aan de grens met Gambia nog eens een goed Maggi-moment beleefd (die beginnen zich hier zwaar op te stapelen) met een dozijn of 2 eieren, gebakken aardappelen, een serieuwe kwak mayonnaise en vers brood. Heerlijk. (Het is hier duidelijk middag en we onze maag begint te knorren).
In Gambia, als je op de kaart kijkt is dat het landje met de bijzonder vreemde grens dat zowat middenin Senegal ligt (de legende vertelt ons dat de grens eigenlijk een doorgetrokken lijn van kanonskogel naar kanonskogel is die afgevuurd werden door een schip onder Britse vlag op de Gambiarivier), is boven de rivier geen toerist te bekennen. Zeer aangenaam, en zonder enig zoeken slaapplaats gevonden bij gastvrije Gambianen. Eens we de Gambia overgestoken hadden en aanmeerden in Banjul, tevens hoofdstad maar even groot als pakweg Meldert, Hoegaarden, is het toerisme niet meer weg te slaan. Verderop de zeg naar het zuiden hebben ze zelfs een hele hoofdweg met de ene club achter de andere (in blanke handen) waar de prostitutie en het alcoholverbruik hoge toppen scheert. Niettemin zijn we daar erg goed ontvangen geweest door Geert, Belgische businessman die zijn kans waagt in Gambia. Maar na een nachtje zwaar op de lappen geweest te zijn, hadden we het wel gezien en was de drang naar de fiets, de eeuwige weg en de vrijheid groter dan ooit en dus pompten we onze banden wederom strakker dan de strakste vos en reden we Gambia uit enkel en alleen om weer in Senegal te belanden.
Maar hoe verschillend kan een land zijn, buiten de eeuwige vraag naar geld, stylo's of onze fiets te schenken en achternageroepen te worden als Blanke in het Wolof, Pular, of ander plaatselijk dialect, is de Casamance-regio in het zuiden van Senegal oogverblindend mooi. Plaatselijke fauna en flora kweken en bloeien er weelderig op los. Maar ook het leger is zichtbaar (en zeer bewapend) aanwezig.
In December vorig jaar is hier nog erg zwaar gevochten tussen het Senegalese leger en de MFDC rebellen die ijveren voor de onafhankelijkheid van de regio (hier link voor wie meer wil weten: Casamance Conflict). Maar goed, de mensen hier zijn zeer vriendelijk en gastvrij en we vinden onderdak bij grote families die ons droge slaapplaatsen toewijst en grote borden rijst schenkt. De regionale hoofstad heet Ziguinchor en daar kopen ze ons visum voor Guinee Bissau, het volgende land dat we aandoen. Ondertussen is de blauwe lijn die je hierboven ziet staan te belachelijk voor woorden geworden en zo ook de bijhorende voorgeschatte kilometertelling.
Na Ziguenchor is het niet ver meer tot de grensovergang en dit begint ondertussen een beetje als routine aan te voelen: land uit - legerpost controle  - politie - stempel - land in - politie - stempel - legepost controle. En af en toe een goede lange uitleg aan beide instanties en wachten onder de brandende zon of gietende regen. Guinee-Bissau is meteen even aanpassen, het is een voormalige Portugese kolonie en dus spreekt men hier geen Frans (dat wij ondertussen beter beheersen dan Sarkozy na een fles Vodka). Het plaatselijke Creools of af en toe verbasterd Portuguees is niet te verstaan, tenzij je Portugees of Creools spreekt natuurlijk.
Maar niet gevreesd, niet alles is anders, ook hier is het al Maggi wat de klok slaat en dus blijven onze eieren, spaghetti, rijst of lokale bereidingen steeds dezelfde soort 'heerlijk' smaken. Het is een prachtige (en wederom geasfalteerde) route naar Bissau. In dit land rijden er meer fietsen dan auto's en dat doet deugd. Het is erg rustig op de weg tot in Bissau zelf waar het, zo het bijna iedere hoofdstad afgaat, hectisch en chaotisch. In Bissau, pakweg het hele land is geen electriciteitsnetwerk en dus wordt menig schaarse frigo of computer aangedreven door generators of fietsdynamo's. Maar de electriciteit wordt niet gemist, water blijft water en gas is overal voorradig. En onze ecologische voetafdruk is intussen zodanig onder nul gegaan dat we ondertussen kunnen denken aan vluchten met talrijke overstap richting Belgie. Maar zover zijn we nog niet. We hebben zo net ons visum voor Guinee Conakry aangevraagd en mogen dit waarschijnlijk deze namiddag afhalen op de ambassade. Gisteren hadden we hetzelfde geprobeerd, maar het einde van de Ramadan bracht veel gesloten winkels en nog meer feestgedoe op de been.

De weg die volgt wordt zwaar, zeer zwaar. Maar we hebben er veel zin in. De Guinese hooglanden en veldwegen tegemoet.
Wij groeten u hartelijk!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten