zaterdag 10 september 2011

Conakry Chronicles

Omhoog. Omlaag. Omhoog. En weer omlaag. En om de haverklap een panorama om 'U' tegen te zeggen. Of 'Oooeh'. Of 'Kust Mich Na Men Klak Godverdo*me Das Ne Foto Waard!'. Guinee in enkele woorden. Nog mooier dan Guinee-Bissau.
Gezwind en met de wind in de rug en baarden reden we de verkeerschaos, die iedere grootstad (in het geval van Bissau meer 'stad' dan 'groot') met zich meebrengt, uit. Bestemming Conakry. Omdat we enkel en alleen zuidwaarts kunnen reizen door oostwaarts te fietsen, fietsten we oostwaarts (nogal wiedes me dunkt).
Het duurde niet lang of we werden getrakteerd op zuivere 'Tour de France-Bergetappes'. En dat is natuurlijk overdreven, maar zo voelde het soms wel aan. De vermoeidheid kruipt toch geregeld in benen en billen, maar wat stevig op de tandengebijt doet veel. Bon, waar zaten we.
De weg van Bissau naar de grens met Guinee-Conakry was niet bijster lang (maar zo'n 200km) maar zat wel vol gevaren in de vorm van wilde beesten zoals olifanten, buffels (toch op plakkaten langs de route)of kleine bosantilopes en apen aan koorden. We kozen voor de niet meest toegankelijke grensovergang en dat bleek de beste keuze. Eindelijk reden we eens van het eindeloze asfalt af om de 'routes bombées' en rasechte veldwegen te overwinnen die dankzij het regenseizoen af en toe vrij tot zeer onberijdbaar waren (foto's komen er aan). Niettemin leverde dit vaak spectaculaire beelden op. Redelijk absurd ook.
Maar eens de grens over en een nieuwe stempel later, stonden we voor een nieuwe uitdaging. Een rivier. 300 meter snelstromend water, en de enige manier om aan de overgang te geraken was een niet al te grote 'piroque' (een vissersboot of een uit de kluiten gewassen houten kano). Met de 4 fietsen, pak en zak en 3 man in de boot naar de overkant gevaren. 3 want eentje waagde de oversteek al zwemmend. Om grote ongerustheid thuis te vermijden vermelden we geen namen. Iedereen raakte heelhuids aan de overkant. Enkel en alleen om daar enige tijd opgehouden te worden door een zeer aangename in de omgang afgezant van de Gendarmerie Nationale. Na heel wat heen en weer gediscussieer konden we toch doorfietsen om enkele kilometers later een hele ingerichte slaapkamer ter onzer beschikking te krijgen van de Chef du Village. Waarvoor onze dank.
De volgende dag was het nog vaak op de tanden bijten en af en toe eens goed vloeken op de vlekkeloze toestand van het wegdek, maar het landschap en de kleine dorpjes en bijhorende vriendelijkheid langs de weg maakten alles zeer draaglijk. Na de kleine en goed doorweekte veldwegen kregen we weer wat grip onder onze banden wat leidde tot onze uitgeputte aankomst in Boké, hoofdstad van Guinée Maritime (het meest Westelijke deel van Guinee). Brood, spaghetti,  bonen in tomatensaus en water, veel water zorgden voor wat hernieuwde kracht en zo vonden we snel onderdak in een school.
Na Boké mochten we nog eens van het asfalt proeven, dat wel af en toe doorspekt was met putten en modder, maar ok, nu maalden we kilometers dat het niet schoon meer was. De grens van de 100km werd gemakkelijk overschreden en dus haalden we vlot Boffa. Hier werden we weer zeer goed onthaald in de Mission Catholique, bijhorende school en scoutskamp. Weer een goed avondmaal aangeboden gekregen, en als dit nog niet genoeg was kregen we (bijna) allemaal nog eens een apart slaapvertrek aangeboden.
De volgende dag gooide de stijgingsregens wat roet in het eten waardoor we onze fietsdag na een 60-tal kilometer reeds moesten staken, maar niet getreurd, ook in Ouassou kwamen we weer bij een school terecht. Al moeten we hierbij vermelden dat de ontvangst ietwat 'vreemd' aandeed (details te bekomen bij de fietsers).
Nu was de afstand tot Conakry enkel nog een formaliteit. Nu ja, een formaliteit van negentig kilometer camions. Toch slaagden we erin dit af te leggen op slechts enkele uren tijd. Hoe we het soms klaarspelen, is ook voor ons een raadsel. Sterk mannen. Sterk.
 Zoals gezegd, of nog niet, zitten we nu in Conakry. Met ons gat in de boter. Bij enkele Zusters -van Sint Jozef van Cluny- die een school runnen en waar we ook weer een heel klaslokaal mogen gebruiken. Onze pleisterplaats bevindt zich binnen de extreem zwaar en met scherp geschut beveiligde perimeter van het presidentieel paleis. Dus voor de ongeruste zielen thuis, maak u maar zorgen.

Het verdere plan leidt ons naar Bamako, feeststad tout court. En daar gaan we van proeven. Meermaals. Hoe we daar geraken? Met de taxi, de fiets, de boot en wie weet, een tank. De beleefdheid gebiedt ons u wedermaals te groeten. A la prochaine. Bonne route.

Die Grooten Trek.

2 opmerkingen:

  1. yoyo

    maar gaan jullie nog verder naar Burkina of stoppen jullie in Bamako?

    groetjes

    JW

    BeantwoordenVerwijderen
  2. In Bissau had je ook de boot kunnen pakken naar Enxude en dan min of meer lijnrecht naar Boke fietsen, hebben jullie dat nog overwogen?

    ik weet nog niet wat ik ga doen

    chao

    JW

    BeantwoordenVerwijderen