woensdag 10 augustus 2011

Saharazand & Niemandsland

Pijnlijke poepen, hevige zandstormen, snelheidsovertredende camions, verontrustende darmflorastoornissen ... slechts enkele zaken waar we het vandaag niet over gaan hebben. Voor de brave oren aan het thuisfront en de gerustheid van ziel en geest.
Zoals aangekondigd in ons laatste blogbericht hebben we de roep van het zand gevolgd en ons in vogelbusvlucht begeven naar de Westelijke Sahara. Een voormalige Spaanse kolonie die geclaimd wordt door Marokko, maar nog niet officieel erkend is door de VN. Na een lange nachtelijke busrit kwamen we aan in Laayoune, de voormalige hoofdstad. Zowat het halve Marokkaanse leger lijkt hier gestationeerd. Militaire controleposten en Royale Gendarmeriestops zijn vanaf heden dagelijkse kost.
In Laâyoune ontmoetten we Laurent, een ervaren wereldfietser met tienduizenden kilometers op zijn kerfstok. Hij wist ons ettelijke uren te 'entertainen' met al zijn weetjes en know how over West Afrika, fietstechniek en Afrikaanse vrouwen. We staken al zijn kennis in onze fietszakken en vol goede moed trotseerden we onze zadels. De eerste dertig kilometers waren een ware marteling voor onze toch al wat warmgelopen kuiten, maar nog meer voor oren, ogen, mond en vooral baarden. Het zand kroop letterlijk (en figuurlijk) overal. Gewapend met verse hoofddoeken draaide ook de felle wind in ons voordeel en waren de volgende woestijnkilometers van een heel ander genre. Met een gemiddelde van om en rond de 30km/h vlogen we van het ene niets naar het andere niets. Maar het niets ging wel snel over in nog meer niets en af en toe kwamen we wel een verlaten nederzetting, een tankstation of een groep vrolijke en vriendelijke Saharawis tegen.
Honderden kilometers zand later maken we kennis met een oude witte camionette en Vincent, Franse twintiger die aan een grote rondreis door Afrika begonnen is. Uit het niets stelde hij voor ons in zijn lege camionette mee te nemen tot iets voorbij Dakhla. Voor we het wisten hadden we onze fietsen ingeladen en was de vriendschap een feit. Onderweg maakten we enkele tussenstops, gingen we op zoek naar de zee, verzamelden we schelpen, en doken we diep de Atlantische Oceaan in. 's Avonds stopten we aan een klein wegrestaurant annex hotel annex tankstation annex ... aten we samen en tot ons aller bebazing stond er daar een goed bepakte fiets geparkeerd. Deze was van niemand minder dan Jan Willem Visser, een Wiskundige Nederlander die te voet vanuit Nederland tot in Tan Tan is gewandeld en zich een fiets heeft aangeschaft om de woestijn te doorkruisen. Jan Willem is nu al 2 dagen lang onze reisgezel (je kan hem volgen op pescadorcamino.blogspot.com, neem zeker even de tijd om zijn foto's te checken, hij heeft voor de laatste 800km ongeveer dezelfde weg als ons afgelegd). Samen trokken we naar de grensovergang met Mauretanië die helaas, maar niet tot onze verbazing gescheiden is door een strook niemandsland van enkele kilometers breed en bezaaid met uitgebrande autowrakken. Met Jan Willem reden we naar Nouadhibou en checkten daar in bij Ali, campingbaas en Europareiziger avant la lettre. Helaas scheiden onze wegen nu, maar de kans bestaat dat we elkaar snel weer tegen het lijf lopen in Nouakchott of Dakar of ... wie weet. Onze wegen scheiden omdat wij besloten hebben vanuit Nouadhibou de langste trein ter wereld (in lengte) te nemen tot Choum (http://www.youtube.com/watch?v=ahct5yzUtdE). Met andere woorden: we hebben de smaak van het zand te pakken gekregen en willen gerust nog wat verder bakken in temperaturen van 40 graden en meer die het Mauretaanse binnenland ons aanbiedt. Vanuit Choûm proberen we weer door te fietsen richting Nouakchott en dan verder naar Rosso, de grens met Senegal. 


U kijkt toch ook?!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten