maandag 15 augustus 2011

Het Vagevuur

Zo gezegd, zo gedaan. Een weinig uren later bevonden we ons op de trein naar Choum. De eerste trein reed ons uiteraard klakkeloos en en grande vitesse voorbij, maar de trein -lees 300 goederenwagons goed doordrenkt met ettelijke kilos ijzererts- van half acht kwam toch tegen 21u opdagen. En dan durven de mensen klagen over de stiptheid van de NMBS. Goed, er waren ook 2 personenwagons, maar avonturiers als we zijn -lees we waren toch al erg smerig- smeten we ons materiaal, lijf en ledematen in een grote roestbak en vertrokken richting Choum. Een adembenemende -in de letterlijke zin van het woord- ervaring. Met het prille daglicht arriveerden we in Choum, een stopplaats waar er geen hoort te zijn.
Choum ligt namelijk in een volledig door Allah vergeten gebied waar de temperaturen tegen 8u sochtends reeds de pan uit swingen en de 50graden bereiken. Met de Taxi Brousse via zandduinen en dromedarisdrollen naar Atar waar we des te meer beseften dat het hier onmogelijk fietsen was overdag. Dus verwenden we onszelf met een kamer met airco en douche, de enige andere optie was huilen met de pet op. Maar de pet was gaan waaien en van te huilen zouden we nog sneller uitdrogen.
Diezelfde avond nog een rijstrijke maaltijd geconsumeerd en ons gewaagd aan een nachtelijke rit door het Mauretaanse binnenland. Je zou denken dat het hier frisser wordt, en dat doet het ook maar het kwik gaat nooit onder de 30 graden, vergeet het maar. Toch nog een kleine honderd kilometer overwonnen om ons tegen de ochtend af te kappen aan een Gendarmeriepost in een dorp -lees 3 hutten, een ezel en een kudde geiten-. Hoedat de mensen hier -over-leven blijft ons toch een beetje een raadsel. Waarom er op zulk een plaatsen mensen wonen is nog een groter vraagstuk, hier is letterlijk niets van leven.

De hitte, het eindeloze doodse landschap maar toch vooral de airco overdag in de auberge eisten ondertussen hun tol en ziekte teisterde de groep. Dankzij de goedheid van de Mauretaanse Gendarmerie Nationale hadden we in geen tijd een bereidwillige truchchauffeur gevonden die ons ergens voor Nouakchott zou deposeren aan een camping langs de weg. Een camping, tegen wil en dank -we hebben nog maar enkele keren betaald voor een slaapplaats, wij slapen het liefst onder de blote sterrenhemel- maar onder dwang van de politie omdat we zieke mensen vervoerden en we een verblijfplaats moesten opgeven om ons de volgende ochtend te contacteren. Soms leek er zelfs oprechte berzorgdheid in hun stem te vinden.

Buiten krampen, oververmoeidheid, chronische dorst en het overshreiden van de zitvlakpijngrens waren de alle andere ziektesymptonen uit de groep verbannen en dus ging het weer met de fiets richting Nouakchott. Een stad waar letterlijk niets te beleven valt en dus reden we in een ruk door richting Rosso. Alwaar we enkele dagen later, vandaag dus, zijn aangekomen. Moegestreden, want de muggen houden ons s nachts uit onze slaap en moegezeten, want de laatste 60 kilometer was de conditie van het asfalt -ok, het is nog steeds een soort van asfalt- bitterslecht en extra vermoeiend om over te rijden, kwamen we aan in Rosso, Mauretanie. Hier werden we enkele uren beziggehouden met zeer drukke helpers, agenten en douaniers. Met een vrijgevochten gevoel reden we uiteindelijk toch de overzetboot op om Rosso, Senegal te bereiken. De Senegalrivier is immers de grens tussen Senegal en Mauretanie.

En nu zitten we dus hier en dachten we natuurlijk aan de ongeruste zielen thuis, die ons toch zo waarschuwden voor Mauretanie, en moesten we het thuisfront toch even op de hoogte brengen van ons nog zeer vreugdevol en immer optimistische gemoed. We proberen nu Dakar te bereiken, waar we toch enkele dagen de tijd nemen om wat op adem te komen, kameraden te bezoeken en gewoon wat rond te lopen.

Fotos volgen nog, maar de computers laten het af en toe afweten.
Bon, we gaan ons wat Wolof eigen maken, a la prochaine.
Die Grooten Trek.

ps het eerste groen -gras en bomen- is een feit en dat stemt ons gunstig jochei jochei en driewerf hoera

1 opmerking:

  1. ha heeren

    jullie zitten dus in het dorp aan de overkant van Rosso? Wat een avontuur, goed beschreven haha

    Ik zit momenteel in St.Louis. De douanier bij Rosso liet me drie uur wachten omdat ik geen 'be'k shees' wilde betalen, bastard!!!

    Morgen ga ik verder naar Dakar, insj-allah meeten we misschien, zou tof zijn haha

    Diederik; ik heb geprobeerd die 50 piek over te maken, maar het lukte niet. Ik wacht even af, misschien dat we elkaar weer tegenkomen, zoniet dan vraag ik mijn moeder het via een acceptgiro over te maken.

    Leuk verslag heren! keep up the good work en met smart wacht ik jullie wrede fotos af haha

    saludo

    Jan-Willem

    BeantwoordenVerwijderen