vrijdag 17 augustus 2012

Istanbullıstan

Istanbul was Constantinople
Now it's Istanbul not Constantinople
Been a long time gone
Old Constantinople's still has Turkish delight
On a moonlight night

Evr'y gal in Constantinople
Is a Miss-stanbul, not Constantinople
So if you've date in Constantinople
She'll be waiting in Istanbul

Even old New York was once New Amsterdam
Why they changed it, I can't say
(People just liked it better that way)

Take me back to Constantinople
No, you can't go back to Constantinople
Now it's Istanbul, not Constantinople
Why did Constantinople get the works?
That's nobody's business but the Turks'

Istanbul!!

Istanbul!!

Laat het duıdelıjk zıjn dat we nu ın Istanbul gezeten wezen. Maar nıet meer voor lang, morgen zıjn we herınıgd met Mıchel ın Roemenıe dıe klaarblıjkelıjk ergens peace,love and ho\armony-gewıjs ronddoolt aan de kust boven Constanta.

Ons laatste blogberıcht dateert al van enkele weken geleden, dat ıs enkel en alleen te wıjten aan de kwalıteıt van het Bulgaarse net en nıet aan ons drankgebruık. Maar bon, om een verhaal van twee weken kort te maken: alles goed hıer, lekker eten, dıkke snorren, lange benen, een degelıjke gezondheıd en zoveel meer goeds.

Vanuıt Sofıa reden we rıchtıng Plovdıv dan op zoek naar de grens met Thracıe (het NO van Grıekenland) om dan Turkıje bınnen te rıjden. Daar zwommen we met de fıets op de rug de Hellespont over als voorbereıdıng van onze pogıng tot overwınnıng van het Kanaal en even later stonden we voor de poorten van Troje. Geen Helena hıer, wel veel oude stenen en een ronduıt belachelıjk houten paard met een huıs op zıjn rug.

Zo bleek ons grote doel bereıkt en weg was plotsweg de goestıng om te fıetsen. Na een uur met de vınger ın de lucht en honderden ons straal negerende chauffeurs werden we weer ın het zadel gedwongen. De zee van Marmara werd met de boot vanuıt Bandırma bedwongen en daar staarde het machtıge Istanbul ons aan. Verdekke, wat een wereldstad.
Nog geen tıen mınuten later maakten kennıs met Xavıer, nog zo een wereldfıetsend geval uıt Lıllı, maar met Brugse roots en daar ıs hıj trots op. 

Vıa deze toffe peer vonden we redelıjk snel onderkomen en gıngen we samen op stap om de Istanbulıaanse parken onveılıg te maken met al onze streken en flessen zelfgestookte rakı.
Belgıe - Nederland werd vanuıt een ınternetcafe lıve gevolgd en euforıegewıjs uıtstekend gevıerd.

Wıj trekken weer eens verder, Roemenıe tegemoet. Met Mıchel de DanubeDelta van naderbıj ınspecteren en dan gaat het gemoedelıjk huıswaarts.

Gezonde groeten

zondag 5 augustus 2012

Tussen schildpadden en warmwaterbronnen

De drukte van Pristina ontvluchten werd bewerkstelligd met een krakkemikkige kamionette, een uiterst verstelbare achterbank, een chauffeur, een anders geaarde medepassagier en eentige euros. Enkel belachelijk bereden snelwegen lopen in en uit de Kosovaarse hoofdstad. Goed twintig zweterige en op elkaar gepakte kilometers later spijsden we onze lege magen en knorrende buiken met pizza en een mooie lap vlees, blijkbaar een Balkanspecialiteit. Groenten beperken zich al te vaak tot paprika en een blad, geen krop, sla. Fruit wel in overvloed geen werkwoord in deze zin ok.
Daags nadien leidde de Kosovaarse zon ons verder Oostwaarts, ongeloofelijk maar waar, wederom Servie binnen. We waren er bijna alweer in geslaagd de Servische bodem enkel aan te raken met onze vuile buitenbanden, ware het niet dat de grensovergang met Macedonie bewaakt werd door de grootste drie kloothommels van de gehele Balkan. Toegegeven, een soldaat stelde zich wreed schappelijk op. Een andere begon stande pede met de opmerking Kosovo is no republic, is a state of Serbia. Nummer drie kende zichzelf het verstand van een halfvolle pot mayonnaise toe door naar zijn geweer te grijpen en Go roepen. Klaarblijkkelijk is het ook voor fieters verplicht de officiele grensovergang te nemen, dwz via de autosnelweg. Weerom gevloek en getier, maar vijf minuten later bevonden we ons reeds op het eerste in het oog springende terras waar we alras tot tweemaal getrakteerd werden op pinten en nootjes door een Servisch-Albanese (of wie kan er nog aan uit) Belg op vakantie in zijn geboortedorp.

Onze sympatieke Waalse landgenoot kende de knepen van het vak en de truuken van de foor en wees ons een binnenweg over hobbelige veldwegen naar de grensovergang. Een verademing. Geen uur later hadden we al prijs. Makedonia snel in ons hart gesloten. In zeven duisters, maar met volle maan, en in volledige broesse een winkel gevonden met alcohol in grote hoeveelheden. De plaatselijke bevolking sloot ons in zijn armen en beloonde onze inspanning (toch even vermelden dat we die dag ons dagrecord in aantal gereden kilometers los in de vernieling hebben gereden) rijkelijk met, hoe kan het ook anders, meerdere soorten Makedonische alcoholen. Worst en kaas spijsden de vermoeide spieren en hongerige darmen.

De nacht onder open hemel doorgebracht en gewekt door een megalomane schildpad. Spijs en drank hadden ook de darmflora niet onberoerd gelaten. Echte mannen laten zich hierdoor niet kennen en met ledige endeldarmen trokken we verder in de richting waar de zon opgaat. Het toeval wou dat daar alweer een gemane gemene knoert van een berg lag. Afzien, klagen, ontregelde vitesses (de technische problemen laten Roman niet los), zweten, krampen en plots boem krak de grens met Bulgarije. Ondertussen ben ik weer vanalles en nog wat vergeten te vermelden, maar dat houden we voor verhalen rond de feestdis als we weer thuis zijn.

Na de grens werd het weer gauw donker en zochten we een vlakke wei als pleisterplaats. Er werd weer gekookt, gedanst en gelachen op en rond het vuur. Ja, vrienden thuis en elders, de sfeer in de groep zit goed, dat mogen jullie gerust weten. De volgende dag ging het vijftien kilometer zeven en meer procenten neerwaarts tot aan de toegangspoort van de Thermae waar we onszelf beloonden met saunas, hete en koude baden, lijntjes trekken in het zwembad en een enkele full body massage. Verdekke, dat deed enorm deugd. sAvonds per duizend toevalligheden een glimp van de Olympische opgevangen, zetten ze dat daar toch niet ineens op een of andere Bulgaarse volleybalmatch uitroepteken vraagteken. Niks niet willen verzappen naar eurosport. En blijkbaar moet die wedstrijd iets speciaals zijn geweest want in de hele stad stond de televisie afgestemd op ja, jeweetwel. Dan maar naar een hotel getrokken en in de bar het televisiekaske opgeeist en op eurosport afgestemd. Zo de 10000m finale gezien (wat deed diene blanke amerikaan daar vooraan wat is me dat nu potverdriekoffiepot) en nog wat vrouwen dingens lopen enzo.

Nu, slechts een dag later, zitten we al in Sofia. Hoofdstad van Bulgarije (ook uitgesproken als bulgari-e) waar we straks een degelijk etablissement zullen opzoeken om de atletiekfinales van de Spelen te volgen.

Morgen een speciale dag.

Michel verlaat (met enige tristesse in hart en gemoed) de groep om noordwaarts de Roemenen te verblijden met zijn gezelschap. Roman, Diederik en ikzelve fietsen ook naar Roemenie, mits een kleine omweg langs de Bosporus. Niet te lang getreurd, na een tiental dagen staan we weer oog in oog met Michel. Het voelt toch een beetje vreemd aan. Maar bon, eens zo innig zal het wederziens zijn.

Schrijffouten kust mijn ...
Pompt op dien binnenband
Vurige groeten

dinsdag 31 juli 2012



KOSOVLO LEVEL 3 ORGANIC SPRINT

Vanuit Niksic ging het gezwind noordwaarts, althans voor de volgende 6 kilometer, want daar begonnen de bergen terug. We sloegen onze tenten dan maar op aan de rivier aan de voet van de berg en een stevige zwempartij en nachtrust later stonden we weerom kwiek op onze pedalen.
De natte vinger had Dur;itor Nationaal Park aangewezen op de kaart en met fietszakken vol goesting ging het daar dan ook heen. Die goesting ging zwaar doorwegen, maar het uitzicht maakte alles goed. *typ Durmitor in op google en geniet van oogverblindende fotos* De hoogtemeters overstegen de afgelegde kilometers en dus maakte de ijle lucht de hoofden zwaar. Af en toe liet het materiaal het afweten, toch vooral bij Roman. Menige versies van allerlei schelwoorden vervuilden het Montenegrijnse luchtruim. sAvonds werden we uit onze slaapplaats in de Durmitorkloof gejaagd door een of andere min of meer officiele parkwachter en dus waren we genoodzaakt in de laatste zonnestralen nog maar eens de kuiten op te warmen. Twee senioren met de lippen aan de fles verwelkomden ons echter wel om hun tuin te gebruiken als rustplaats. Wel boden ze ons geen drank noch honing aan -het waren imkers- dus zo sympathiek waren ze niet.
We lieten Durmitor achter ons om Berane in te rijden en daar vlees veel vlees tegen weinig zeer weinig geld binnen te schransen.Nu volgde nog een laatste uitdaging alvorens we Kosovo konden binnenrijden. De bergen kennen geen geheimen meer voor geoefende bollekestruien als ons, de echte uitdaging bestond eruit de Servische bodem niet aan te raken tussen Montenegro en Kosovo in. Het Servische grondgebied, een noodzakelijk kwaad van 30km lang, voedingsbodem van verderf en geweldstokerij, uit ons immer objectief standpunt, hoort daar geeneens te liggen. De enige reden waarom wij deze weg voortrokken lag aan de vlakheidsgraad en de rivier die naast de weg liep. Bon, we zijn er dus in geslaags. Enkel ons overtollig speeksel en lucht uit onze darmen hebben het Servische landschap gesierd.
Eens de Kosovaarse grenswachten verschalkt waren, stonden we voor een UNkonvooi bestaande uit tanks, amfibievoertuigen, geluidloze helikopters en fransozen met grote geweren. Na de grens verkozen we het eerste cafe langs de kant van de weg als pleisterplaats. Hier kregen we -nadat we verduidelijkt hadden absoluut geen moslims te zijn, onze hoofddoeken en baarden doen vaak anders vermoeden- algauw enkele glaasjes gegist pruimensap aangeboden. Later op de avond volgde de fles en kregen we meteen ook een slaapplaats aangeboden.
Ondertussen zijn we in Pristina aangekomen en gaat het morgen richting Skopje, Macedonie. Op weg naar Pristina werden we meermaals geconfronteerd met al die Servische zever. UN en NAVO voertuigen bezetten op meerdere plaatsen de weg. Mensen kunnen het niet laten erop te wijzen dat ze Servisch zijn en subtiele opmerkingen op onze hoofddoeken te maken.
De bergen liggen nu echt achter ons en maken plaats voor vlotte asfaltwegen, fabrieken en benzinestations. De lelijkheidsgraad van het landschap stijgt daarmee gestaag tot ongekende hoogten.

Voorhuid met de geit

On y vache, baton

en nog even wat fotos proberen op te laden zodoende kunnen jullie onze prachtig gebronsde torsos bewonderen

woensdag 25 juli 2012

zelfs een hond jagen ze niet op zulk een berg


Hittegolven, sinistere regenbuien, snelle slangen en knappe vrouwen kruisen dagelijks ons pad, maar enkel de belachelijk steile en lange beklimmingen slagen erin onze gezwinde tred te doorbreken. De dorre Bosnische dalen veranderen stilaan in groene valleien en dat doet ons netvlies deugd. Gisteren staken we op duizelingwekkende hoogte de grens van bosnie met Montenegro over. Mistvelden vertroebelden een beetje het panoromische zicht, maar dat kon ons op dat moment niets schelen. Hevige regen en koude strooiden echter wel roet in het eten. De lieflijke heuvels maakten nu plaats voor steile flanken alwaar zelfs een ervaren berggeit met moeite twee seconden kan blijven rechtstaan. 
Onze laatste dagen in Hercegovina, het Bosnische zuiden, werden gesierd door absurde MTV-achtige openlucht discotheken, opgetutte barbiepoppen, plaatselijk gerstenat, vriendelijke franciscanen en oogverblindende bosbranden. Onze legendarische danspassen staan in menig geheugen gegrift. Daags nadien een duik in ijskoud water en dan weerom vooruit met de geit.
De eerste fysieke klachten die allerlei vormen kunnen aannemen steken de kop op. Weeklagen zoals daar zijn zadelpijn, rugklachten, stramme spieren, hersenvliesontstekingen, muggenbeten, mijnwondes -de Bosnische heuvelflanken zijn nog steeds bezaaid met mijnen, toch wel iets om op te letten bij wildkamperen-, slangenbeten ... kortom minieme kwalen waarover niemand wakker ligt. Maar ook technische mankementen spelem het gemoed soms parten. Het bedwingen der bergtoppen eist zijn tol. De eerste fietsenmaker is bezocht en heeft een aardige duit aan ons verdiend.
Al dit weegt natuurlijk niet op tegen de vriendelijkheid van de mensen die je onverwacht onderzeg ontmoet. Zo sliepen we vannacht weer bij een familie die ons eten, drank, knappe vrouwen en sympathieke glimlach schonk. Opgeschrikt door geroezemoes alom volgden we het gepeupel richting het oude fort boven op de berg en werden daar getrakteerd op de zoete klanken van een Servisch koor.
Goed, we gaan een poging tot het plaatsen der kliekjes op de blog ondernemen. Difficile aangezien Michel zijn kabelke thuis is vergeten.
We trekken verder richting Kosovo. Gegroet.
Verder
Laat uw hond niet achter in de auto.
of beter, verkoop uw auto en koop een fiets.
en voor wie ons een beetje op de kaart wil volgen, onze laatste bosnische stad die we aandeden was Trebinje en nu zitten we in Nicsic, Montenegro.

zaterdag 21 juli 2012

En welle weg...

Balkan Balkan Balkan
El Balkaneros
VAMOS

Na onze waardigheid en een groot deel van onze energie verloren te hebben op het festival der festivals (iedereen weet dat we het over PPH hebben), sprongen we verleden donderdag op de trein richting tja, dat wisten we eigenlijk nog niet zeker. Bijna speelden we Roman kwijt tijdens een nachtelijke queeste naar alcohol in de banlieus van Zagreb, maar onze bezorgdheid was ongegrond. Na enkele uren (en wij terug nuchter) dook hij plots op uit de donkerte van de Kroatische nacht (met bier). Goddank.
Tijd bracht raad bracht fahrrad en na eentige dagen chillen en relaxen op de trein streken we neer in Banja Luka. De plaatselijke temperaturen in de Dinarische Alpen hebben des zomers veel weg van die in Gobi woestijn en dus was het meteen puffen blazen en zweten. In het station werden we verwelkomd door een meute kijklustigen van de lokale bevolking (aan menig feestdis zal over ons verhaald worden).

Fauna en flora brachten ons onderweg al talrijke verbaasde blik. Maar nu de eerste honderden kilometers een feit zijn, valt ook onze mond open. Fietsen valt hier echter niet te onderschatten. Alle wegen in Bosnie gaan immers omhoog. En dat merken onze kuiten. Verdekke Godvlammende nog aan toe, iedere kilometer wordt er duchtig op los gevloekt. De gemiddelde hartslag ligt om en rond 160 en de calorien vliegen de deur uit.

Om jullie een idee te geven van hoe zwaar de ritten zijn:
Gisteren reden we 40 kilometer. Waarvan we zeker 5 kilometer onze fiets omhoog moesten stoten op de steile grindwegen die het Bosnische binnenland rijk zijn. De temperatuur steeg tot over 35 graden en water was schaars. We werden uit ons lijden verlost door een half beschonken Duitser boven op de berg die onze dorst laafde en ons enige zekerheid verschafte over onze locatie (want we hadden eigenlijk feitelijk totaal geen idee waar we ons juist bevonden).

Bon, op het einde van de dag konden we vanuit de hoogte Sarajevo overschouwen en beloonden we onszelf met een restaurantbezoek.

Kort samengevat:
We eten goed
We slapen goed
We eten goed
en iedereen is gewond (behalve Čichel, hij mist zijn sigaretten)
en w is z in het Balkanesisch

Ahja, nu rijden we richting Mostar om vervolgens Monte Negro (het land dat genoemd is naar een berg) te overwinnen.

JEŠKADA
Antigoon en Jurgen VandenBroek Vooruit
en Oma, een zeer gelukkige verjaardag uitroepteken

maandag 24 oktober 2011

Op de fiets door Sahara en Sahel

Marokko, Westelijke Sahara, Mauretanië, Senegal, Gambia, Guinee-Bissau, Guinee, Mali en, bijna, Burkina Faso . Een opsomming. Alsof het niets is.
Vele paenluizen volgden –uiteraard uit grote interesse en nog meer bewondering- onze reisverhalen op onze blog en/of de artikelen in Het Nieuwsblad. Vandaag breien we een eind aan onze tocht door West-Afrika. De fiets staat ongeduldig op stal. Maar dat hier een vervolg aan komt, lijkt voor ieder van ons een vanzelfsprekendheid.

Met de fiets?
Soms was de wereld vreemd voor ons. Zoveel verschillende mensen, culturen, en gebruiken. Voor velen waren wij vreemd. “Waarom rijden jullie op een fiets, terwijl jullie uit het rijke westen komen, en makkelijk gemotoriseerd vervoer kunnen veroorloven?”. We kijken de man aan, doen een verwoede poging hem het ‘waarom’ uit te leggen. Hij snapt ons niet. We rijden weer verder, op weg naar het volgende land. Naar de volgende grens. Op weg naar het volgende avontuur wat nooit op lijkt te houden.
Het grote waarom. Het ervaren van fietsen in de hitte, de grote tegenstelling van rijkdom en armoede, het spel van de koopman, dreigende honden, drukke kinderen en rondvliegende stenen. Maar boven alles om zoveel mogelijk te genieten van alles om ons heen. L’expérience, c’est la différence.

Terug thuis
“De fietsen komen over de bagageband binnen.” Het is even spannend als de band stilvalt en er nog geen platte band in zicht is. Even horen bij de bagageinlichtingdienst van SN. Niet veel later is alle bagage compleet. We knutselen en sleutelen onze fietsen ineen, pompen de banden op en gaan naar buiten, de hitte in. Wacht even, hier is het zo warm niet meer. De wolkjes mist uit onze mond voorspellen weinig goeds en de kou overvalt ons. We vragen een taxichauffeur naar de weg voor fietsers. Die is er niet, dus we fietsen de snelweg op. Ah, België.
Opnieuw worden onze dagen geordend door de klok. Drommen mensen wedrennen tegen de tijd, het leven lijkt voorgeprogrammeerd. Veel is voorspelbaar. De geuren, de kleuren, de warmte, de spontane levensdrift, eigen aan het continent van de zon, laten ons niet los! Ik denk terug aan die onvergetelijke dagen en schrijf neer…

Leren en leven
“Bonne route!”, “Merci!” “Toubabou, toubabou!”, “Branco!”, alsof ze me nu nog toeroepen. Vooral niet omkijken waar de stem vandaan komt of je rijdt in een kuil. “Bonsoir!” om 8 uur ‘s morgens. “Cadeau, cadeau...”, “Donne-moi… !” kinderen rennen je nog lang achterna. Curiositeit van alle kanten. Neen, in Afrika ben je nooit alleen. Waar je ook stopt, is het om je drinkflessen te vullen of om een wasje te doen aan de waterput, is het om ‘s middags de volle zon te ontvluchten of om een beetje te eten, altijd zijn ze aanwezig, die honderden nieuwsgierige blikken.
Omdat de asfaltwegen de mooiste dorpjes verbergen, verkozen wij ook de pistes. smalle paadjes tussen de velden door, hoog gras, keien, rivieren, kuilen, diep mul zand, doornplanten... Het juiste pad vinden was echter de grote kunst. Wonderlijk is het plaatsen te bereiken waar geen auto komen kan - afgelegen gebieden (nog) niet overdonderd door toerisme. Eenmaal toeristisch, is er nog weinig terug te vinden van het authentieke, het traditionele en is de bevolking snel veel onvriendelijker.
Het meest leerrijk zijn de momenten dat het je niet goed gaat, dat alles je te veel wordt, de momenten dat je Afrikanen slechts ervaart als lastigvallers, gluurders, onbeleefd, luiaards, bedelaars, adressenvragers, ... De enigen die je dan kan vervelen met je problemen zijn je compagnons. Op zo’n reis ontdek je des te meer hoe moeilijk het samenzijn kan worden, als je continu, dag in dag uit, alleen maar op elkaar kunt terugvallen. Hoe belangrijk het is niet te struikelen over kleine ge- en verschillen, te praten als ‘t eens minder goed gaat, en rekening te houden met de ander.

Jan, Piet, Tjoris & Korneel
Mannen met Baarden